In Capelle aan den IJssel liggen van oorsprong moerassige veengebieden waar later woonwijken zijn gebouwd. Om woningbouw mogelijk te maken, verlaagde men de (grond)waterspiegel. Dit heeft echter één belangrijk nadeel: er komt meer zuurstof in de bodem, waardoor organische bestanddelen gaan verteren. Het gevolg is inklinking en zakking van de bodem. De huizen zijn gebouwd op palen, maar de omliggende buitenruimte is niet gefundeerd, waardoor deze met het veen mee zakt. Vanwege de ongelijke zakking moeten om de 10 à 20 jaar de rioolaansluitingen worden vervangen en moet het maaiveld worden opgehoogd. Een dergelijke ophoging kan echter desastreus zijn voor de aanwezige bomen in de wijk.

Het ophogen van de bodem is in het westen van het land een van de meest bedreigende activiteiten voor bomen. Het opbrengen van een pakket grond leidt namelijk tot minder toetreding van zuurstof in de bodem. Hierdoor krijgen de boomwortels te maken met een (tijdelijk) tekort aan zuurstof. Soorten als populier, wilg en els hebben het vermogen tijdelijke zuurstoftekorten te overleven en eventueel nieuwe wortels aan te maken in de ophoging. Echter, soorten die van nature meer op hogere gronden voorkomen hebben hier grote moeite mee. Daarnaast kan een ophoging ook leiden tot een veranderende waterhuishouding in de bodem. Ook hier geldt weer dat de ene soort hier beter mee omgaat dan de andere. Al met al kan een bodemophoging een verminderde conditie, een vermindering van de levensduur en zelfs het volledig afsterven van de bomen tot gevolg hebben.

Waardevolle bomen behouden
Het lijkt in dit soort situaties dan ook onvermijdelijk dat er bomen gerooid worden en vervangen door nieuwe aanplant. Daarmee verdwijnen echter belangrijke volwassen bomen die de wijk structuur en aanzien geven. Daarom kiest de gemeente Capelle aan den IJssel ervoor niet zomaar bomen te rooien, maar in de voorbereidingsfase onderzoek te doen naar de mogelijkheden om waardevolle bomen te behouden voor de wijk.

Een voorbeeld hiervan is de wijk ’s-Gravenland. Ook hier was het tijd voor bodemophoging en rioolvervanging. Na afronding van deze werkzaamheden heeft nagenoeg de gehele wijk een nieuw rioolstelsel en ligt de bestrating weer op het oorspronkelijke aanlegniveau. Ook het groen is daarin aangepakt, maar niet alles is zomaar gerooid. Twintig grote platanen langs de wijkontsluitingsweg, de Sibeliusweg, zijn verplant c.q. gelicht om zo het karakteristieke beeld te behouden.

In de voorbereiding op het totale project van de Puccinibuurt-Noord, de laatste fase van de wijk ’s-Gravenland, heeft de gemeente opdracht gegeven aan Bomenwacht Nederland om de kwaliteit van de twintig platanen aan de Sibeliusweg te onderzoeken en daarbij ook te kijken naar de verplantbaarheid. Bij de voorbereiding van projecten wordt binnen de gemeente Capelle aan den IJssel altijd vooraf zorgvuldig gekeken naar de vitaliteit van de bomen. Ook de locatie en de aard van de werkzaamheden spelen een rol in de afweging of bomen behouden kunnen worden of niet. In het geval van de Sibeliusweg betreft het 20 platanen met een stamdiameter van 40 à 50 centimeter. Deze bomen hebben een beeldbepalend karakter voor de weg, maar ook als entree van de wijk. Des te meer reden om te onderzoeken of de bomen behouden konden blijven, ondanks de geplande ophoging van zo’n 50 centimeter.

Inspanningen verrichten
Na bestudering van het boomtechnisch onderzoek van Bomenwacht Nederland heeft de gemeente Capelle aan den IJssel ervoor gekozen de bomen te gaan verplanten c.q. lichten. Omdat de bomen niet allemaal op gelijke afstand stonden, is er een tekening gemaakt met de toekomstige locaties, zodat er na het lichten van de bomen een gelijkmatig beeld ontstaat. Bomenwacht Nederland heeft vervolgens de opdracht gekregen het bestek te schrijven en toezicht te houden op de uitvoering ervan. Dit was niet gebruikelijk voor de gemeente Capelle aan den IJssel, die haar bestekken doorgaans zelf schrijft. Echter, gezien het specialistische karakter van de beoogde verplanting was het wel een verklaarbare keuze. Sinds kort werkt de gemeente Capelle aan den IJssel met het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen. Dit handboek is als richtlijn gebruikt bij het borgen van de kwaliteit in het bestek.

Na het aanbestedingstraject is de opdracht voor de verplanting verleend aan de Nationale Bomenbank. Bepaald was dat het werk moest worden uitgevoerd in één werkweek, alleen ’s avonds en ’s nachts, vanaf 19.00 uur tot 6.00 uur. Een hele uitdaging, zelfs voor een bedrijf met de nodige ervaring. Het betreft hier namelijk een hoofdroute voor het openbaar vervoer.

De Nationale Bomenbank heeft bij het lichten van de bomen gebruik gemaakt van de traditionele verplantmethode. Dit betekent het gecontroleerd hijsen van de bomen aan de stam door middel van speciale hijsbanden. De bomen hebben namelijk een stamdiameter van 40 à 50 cm, wat inhoudt dat de verplantingskluit een doorsnede heeft van 3 à 3,5 meter. Het voordeel van traditioneel verplanten is dat er vierkante kluiten gemaakt kunnen worden. Hierdoor blijft er zo veel mogelijk wortelvolume gespaard en kan een dergelijke grote boom veel stabieler verankerd worden dan met een ronde kluit.

De bomen zijn gelicht, vooruitlopend op de daadwerkelijke bodemophoging. Daarbij zijn de bomen tijdelijk op een soort terpen gezet. Om uitspoeling van grond en verdroging van de kluiten en het wortelgestel te voorkomen, is een bijzondere voorziening getroffen in de vorm van houten bekistingen om de kluiten. Na de ophoging zullen deze worden verwijderd.

Toekomstkansen creëren Een belangrijk aspect bij het aanslaan en doorgroeien van de verplante bomen is de groeiplaatsinrichting. De bomen zijn eerder al eens verplant en hebben zich daarna goed ontwikkeld in het aangebrachte bomenzand. De Nationale Bomenbank heeft dit bomenzand zo veel mogelijk hergebruikt. Alleen het zwaar doorwortelde bomenzand is afgevoerd. Rond de kluiten is vervolgens nieuwe bomengrond verwerkt onder RAG-keur. Het resterende bomenzand is hergebruikt in het midden van de plantstrook. De komende jaren krijgt het de tijd om uit te rijpen en opnieuw nuttig te zijn voor de bomen.

Met het lichten van de twintig platanen zijn deze belangrijke bomen behouden voor de wijk. De gemeente Capelle aan den IJssel kiest er daarmee voor bewust met haar waardevolle bomen om te gaan. Dat kan alleen door in de voorbereiding van projecten bomen mee te nemen in een integrale aanpak en mogelijkheden voor behoud te onderzoeken. En al kost behoud de nodige inspanning, het is absoluut de moeite waard.

Auteurs:
Paul Geluk, gemeente Capelle aan den IJssel
Erik Koppelaar, Bomenwacht Nederland
Dirk Doornenbal, Nationale Bomenbank

Deze website maakt voor een optimale werking gebruik van cookies. OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang