Auteur: Henry Kuppen, Terra Nostra
Met de Nationale Bomen Top 50 en het selecteren van vijf winnaars wilden we het bewustzijn met betrekking tot oude bomen vergroten en het belang ervan benadrukken. Hadden we ons er simpel van af kunnen maken door alleen de leeftijd van de boom op te nemen? Nee, het bepalen van de leeftijd van een boom is een vakgebied op zichzelf. Het is geen harde wetenschap; de werkelijke leeftijd is zelden te bepalen. De selectie moest dus verder gaan dan de leeftijd en daarbij recht doen aan oude bomen én de positie van bomen in onze samenleving.
Naast de stemming en de ingezonden verhalen werden de hieronder beschreven boomgerelateerde criteria gehanteerd. Onze ervaring hiermee kan ter inspiratie dienen voor het opstellen van een monumentale bomenlijst. Bij veel gemeentes is zo'n lijst in gebruik als hulpmiddel bij de kapvergunningplicht.
Boomgegevens
Natuurlijk is leeftijd een belangrijke indicatie, maar naarmate de leeftijd van een boom toeneemt, neemt het vermogen om deze vast te stellen af. Goede indicaties zijn de plantdatum en de relatie met gebouwen in de omgeving. Als deze ontbreken, is het de kunst om de invloed van de groeiplaats en van het type beheer op de ontwikkeling te schatten. Bij vormbomen is dat nog moeilijker; deze kunnen door reguliere snoei - en daarmee minder bladmassa - lange of korte periodes van beperkte groei hebben gehad.
Het lezen van de huid, het karakter en de levensfase van de boom wordt dan de aangewezen manier om een schatting te maken. Als we over een leeftijd van meerdere eeuwen praten, gaat dit in steeds grovere eenheden van 50 tot 100 jaar. Eveneens een goede indicator is de stamomtrek, het concreetste meetbare deel van een boom. Let wel: dit mag geen onbedoelde voorsprong geven aan bomen van de eerste grootte. De zomereik (Quercus robur) in Doornenburg is een typisch voorbeeld van een boom waarvan de leeftijd door deskundigen is geschat op 570 jaar, maar die qua uitstraling en ogenschijnlijke levensfase jonger lijkt te zijn.
'Naarmate de leeftijd van een boom toeneemt, neemt het vermogen om deze vast te stellen af'
Monumentale kenmerken
Bomen kunnen een nationale, regionale of lokale status hebben. Deze vertegenwoordigt een belangrijke maatschappelijke waarde. Daar hoort ook een levensverwachting van minimaal ruim 15 jaar bij, waarbij we uitgaan van gelijkblijvende groeiplaatsomstandigheden. Ook een bijzondere dendrologische waarde dient gescoord te worden. De geregistreerde bomen die dendrologisch gezien het bijzonderst waren, zijn de 'oosterse Weichselboom' (Prunus mahaleb) in Den Bosch uit 1915 en de 'Aziatische meidoorn' (Crataegus x dsungarica) in Den Haag uit 1946.
Ook cultuurhistorische kenmerken zijn van monumentaal belang. Zo zijn er vele gelegenheidsbomen ter ere van ons koningshuis. De bijzonderste boom in de Nationale Bomen Top 50 was toch wel de 'Van Gogh-linde' in Zweeloo uit 1860. Deze prieellinde heeft als vormboom al een sterk cultuurhistorische waarde, maar is in 1883 ook nog eens door de wereldberoemde Nederlandse kunstenaar Vincent van Gogh getekend.
Ruimtelijke betekenis
Een boom kan een allesoverheersende indruk maken in een omgeving en is beeldbepalend als hij een uitzonderlijke dikte, kroonvolume of hoogte heeft. Ook bijzondere snoeivormen kunnen bijdragen aan de ruimtelijke betekenis. Daarnaast kunnen bomen dienen als oriëntatiepunt. Zo is de 'paardenkastanje van Oudelande' voorzien van een ronde zitbank, die aan de buitenzijde van de kroon is geplaatst en waarbij mensen met het gezicht naar elkaar toe zitten. Het is een boom met een sterke maatschappelijke betekenis, maar ook een belangrijk oriëntatiepunt. Een bewoonster vertrouwde mij tijdens de opname toe dat mensen in het dorp altijd bij deze boom afspreken als ze gezamenlijk ergens naartoe willen of ter plekke willen bijpraten.
Een voorbeeld van een boom met een uitzonderlijke ruimtelijke betekenis is de mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) in Wessem uit 1870. Rijdend door een jarenvijftigstraat met veel steen en huizen dicht op de weg zie je daar ineens midden in het wegprofiel een gigantische boom staan, met een hoogte van 32,5 meter en een stamdiameter van 154 cm. Als je daar niet van onder de indruk bent, zul je wel niets met bomen hebben.
Als je daar niet van onder de indruk bent, zul je wel niets met bomen hebben'
Ecologische betekenis
Bomen zijn natuurlijk meer dan een risico in de openbare ruimte. Mijn collega Bart van Duijnhoven heeft hier een interessant stuk over geschreven; dit kun je in Boomzorg terugvinden bij het onderwerp Eco-BVC. Als tegenhanger van alle risico's is het goed om ook de waarden te scoren die we nu soms niet erkennen of zelfs negeren. Het betreft hier boomhabitats en omgevingsbiotopen. Boomhabitats zijn eigenschappen die van belang zijn voor andere organismen die zich in en op de boom bevinden. Denk hierbij aan holtes en scheuren, maar ook aan afgestorven takken, met water gevulde bekkens in holtes, lekplekken, epifyten en versplinterde stammen of takdelen - allemaal waarden die een essentiële leefomgeving vormen voor vele organismen.
Daarnaast is de omgevingsbiotoop van grote invloed op de ecologische betekenis. Naarmate er meer gelijkwaardige bomen te vinden zijn in de directe omgeving, neemt de betekenis toe. Veel organismen hebben namelijk een breed scala aan bomen nodig om een populatie te kunnen opbouwen. De inrichting van het landschap, de mate waarin potentieel of actief gebruikgemaakt wordt van de boom voor nest- en verblijfplaatsen en de vervangbaarheid vormen belangrijke score-elementen.
Een ecologische parel is een wilg (Salix alba) in de uiterwaarden van de Boven-Merwede te Sleeuwijk. Het is een meerstammig wilgenboeket, waarvan een groot gedeelte gebroken is en weer verder groeit. Hierdoor herbergt het een enorm scala aan externe bewoners. Daarbij staat wilg bekend om zijn soortenrijkdom, wat ook een belangrijke ecologische soortwaarde is.
Ecosysteemdiensten
Het voor Nederland aangepaste i-Tree Eco-model maakt het mogelijk om ecosysteemdiensten te scoren. We kunnen hierdoor waarden berekenen van de jaarlijkse afvang van luchtverontreinigende stoffen, de waterafvang en de zuurstofproductie, net als de hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) die al in het hout is vastgelegd en elk jaar toeneemt.
De meest bepalende factor hierbij is de hoeveelheid bladmassa die een boom heeft. Uit de Nationale Bomen Top 50 bleek dat vooral platanen hier goed op scoren. Ecologisch gezien zijn platanen armetierig, maar wat betreft ecosysteemdiensten zijn ze de beste van de klas. Zo heeft de plataan van de '20.000 maagden' in Utrecht een bladoppervlak van 5.475 vierkante meter. Ter vergelijking: dit is net zo groot als 28 tennisvelden, of op 1.000 vierkante meter na een compleet voetbalveld!
Deze criteria kunnen helpen om oude bomen nog beter te laten scoren en het belang ervan in kaart te brengen. Wil je meer weten over de criteria en de volledige verhalen over de geselecteerde bomen lezen? Ga dan naar denationalebomentop50.nl.